3 tips om kokend heet water te maken

Als er één klusje is, dat vrijwel iedere dag weer een terugkerend ritueel is, is het wel het koken van water. Dit begint al in de vroege ochtend met het zetten van een vers kopje thee. Voor tal van gerechten of dranken gebruik je kokend heet water. Er zijn verschillende manieren om water te koken. Iedere manier heeft zo zijn voor- en nadelen. Maar wat gebeurt er nu eigenlijk precies als je water gaat koken? En wat is nu de beste manier? Wij hebben het voor je uitgezocht en hebben ook nog 3 handige tips voor je.

Hoe kun je kokend heet water maken?

Gemiddeld genomen is de temperatuur van kraanwater zo’n 13 graden Celsius. Je kunt het water laten koken door er energie aan toe te voegen. Om één liter kraanwater met deze temperatuur te laten koken, zul je er 363.660 Joule energie aan moeten toevoegen, wat gelijk staat aan 0,1 kilowattuur.

Het water kookt, zodra het de temperatuur van 100 graden Celsius heeft bereikt. We noemen dit ook wel het kookpunt. Zodra het water begint te koken, gaat het borrelen. Dit wordt veroorzaakt doordat de druk van waterdamp en de luchtdruk gelijk aan elkaar zijn.

Het ruisende geluid dat je hierbij hoort, wordt veroorzaakt door de waterdampbellen die opborrelen. Dit begint heel rustig, maar naarmate het water heter wordt gaat dit steeds sneller. Op het kookpunt van 100 graden Celsius worden de bellen een stuk groter. Het aantal wordt juist kleiner.

Het water kookt dus altijd bij 100 graden Celsius. Deze temperatuur kan je op verschillende manieren bereiken. De wijze waarop je de benodigde energie toevoegt, doet er dus niet toe. Het heeft wel invloed op hoe snel het water begint te koken.

Hierbij is de stelregel dat hoe minder energie je verloren laat gaan bij het verwarmingsproces, des te sneller het water zijn kookpunt zal bereiken. Zoals gezegd zijn er verschillende manieren. Je kunt water in een pan of fluitketel op het gasfornuis of inductiekookplaat aan de kook brengen, of met een waterkoker. Daarnaast zijn er ook nog de kokendwaterkranen. Wat de voor- en nadelen van de diverse mogelijkheden zijn, lees je hieronder.

Voor- en nadelen diverse mogelijkheden

Iedere manier van kokend heet water maken, heeft zo zijn voor- en nadelen. Wat voor de één een voordeel is, kan voor de ander weer nadelig zijn. Het is maar net hoe je het bekijkt en wat je wilt bereiken. Wil je zo min mogelijk geld uitgeven of wil je juist zo duurzaam mogelijk zijn? Zo kun je voor enkele euro’s al een plastic waterkoker kopen. Deze zal veel eerder zijn afgeschreven dan de degelijke waterkoker van metaal, die jarenlang mee zal gaan.

Gasfornuis of inductie

Voor de komst van de waterkoker en andere handige hulpmiddelen, werd water gekookt in pannen of de handige fluitketel. Er was niets anders, dus had men geen keuze. Het nadeel van het koken van water op een gasfornuis is dat je hierbij veel energie verliest. Dit komt doordat veel restwarmte langs de pan of fluitketel de lucht in wordt geblazen.

Daarnaast moet je het gasfornuis zelf uitzetten. Vaak staat het water hierdoor onnodig lang te koken. Je hebt dus veel meer energie nodig dan bij bijvoorbeeld een waterkoker.

Met een inductiekookplaat gaat het koken van water al een stuk efficiënter. De techniek van een inductiekookplaat is zeer ingenieus. Zeker 85 procent van de warmte die door de kookplaat is gegenereerd, komt in de pan of fluitketel terecht. Dit is dus zelfs nog een stuk meer dan bij een waterkoker.

Waterkoker

In veel huishoudens heeft de traditionele fluitketel plaatsgemaakt voor een waterkoker. Op zich is dit een efficiënte manier van water koken. Ze zijn er in verschillende uitvoeringen met diverse wattages. Hoe hoger de wattage, des te sneller het water het kookpunt zal bereiken, des te meer energie hij verbruikt.

Wat bij de waterkoker ook een belangrijke rol speelt, is het verwarmingselement. Ook hier zijn er verschillende varianten verkrijgbaar.

Allereerst zijn er de zogenaamde open verwarmingselementen. Deze kun je herkennen aan het feit dat bij het optillen van het deksel het verwarmingselement zichtbaar is. Het voordeel van dergelijke modellen is dat deze het water sneller zullen verwarmen. Het verwarmingselement komt namelijk direct in aanraking met het water.

Het alternatief is de waterkoker waarbij het verwarmingselement in de bodem is weggewerkt. Hierdoor duurt het verwarmingsproces wat langer. Het voordeel is dat je hierbij veel minder last hebt van kalkaanslag.

Wat beide uitvoeringen gemeen hebben is dat ze allebei op een heel efficiënte manier het water verwarmen. Ongeveer 80 procent van de gegenereerde warmte wordt direct aan het water afgegeven. Een ander voordeel is dat vrijwel alle modellen zichzelf uitschakelen op het moment dat het water kookt. Hierdoor verspil je dus veel minder energie.

Kokend-waterkraan

Tegenwoordig maken veel huishoudens gebruik van een kokend waterkraan. Hierbij wordt er gebruikgemaakt van een kleine aparte boiler in het aanrechtkastje. Hierdoor heeft u direct kokend water ter beschikking.

Ideaal zou je zeggen, maar er kleven ook nadelen aan. Zo is de hoeveelheid kokend water beperkt. Daarnaast is een dergelijke voorziening niet goedkoop en verbruikt hij relatief veel energie.

Tips

Kun je door de bomen het bos nog zien? Als dit niet het geval is, snappen we dit heel goed. Er zijn namelijk tal van afhankelijkheden. Toch hebben we een drietal tips voor je.

  1. Gebruik de juiste hoeveelheid water. Dit lijkt heel logisch, maar veel mensen koken onnodig veel water en spoelen het restant door de gootsteen. Zonde van het water en van de extra energie die je hebt verbruikt.
  2. Gebruik je een ketel of pan om water aan de kook te brengen, gebruik dan altijd een deksel. Zo zal het water eerder het kookpunt bereiken, doordat de stoom en daarmee ook de energie in de pan of ketel blijft.
  3. Een waterkoker is de handigste manier om water te koken. Kies voor een degelijke waterkoker die een lange levensduur heeft. Let erop dat je er ook kleine hoeveelheden water mee kunt koken en dat hij voorzien is van maatstreepjes. Op deze manier kook je nooit te veel water.