Autotune in de muziek: hulpmiddel of toevoeging?

Autotune in de muziek: hulpmiddel of toevoeging?

Waarom klinken veel jonge zangers en zangeressen alsof hun stem onder water opgenomen is? Dat komt door het autotune-effect, een studiofoefje dat veel gebruikt wordt in vooral urban muziek. Ooit werd het geïntroduceerd door Cher, in het nummer Believe uit 1998. Tegenwoordig zijn er artiesten die niet meer zonder willen of kunnen.

Autotune als laatbloeier

De toen 54-jarige zangeres was aan een tweede jeugd bezig en was de eerste artiest die openlijk toegaf de door Andy Hildebrand uitgevonden autotune te gebruiken, en dat viel te horen ook. Autotune betekent letterlijk zoiets als automatisch stemmen, en het corrigeert valse noten. Nadeel aan dit apparaat was dat in die tijd zang vreemd ging klinken. Alsof een stem onder water was opgenomen, of alsof iemand aan de telefoon een slechte verbinding had. Net als bijvoorbeeld glasvezel bestaat de autotune dus al lang, maar werd het pas later intensief gebruikt. 

Autotune als instrument: John Mayer

Pas aan het eind van het afgelopen decennium werd autotune populair en is bijvoorbeeld Ronnie Flex een voorvechter van het stemeffect in Nederland geworden. Hij ziet het als een geliefde gadget. In plaats van correctie of verhulling ziet hij het juist als toevoeging aan zijn muziek. Dat was ook de reden dat Cher – die immers prima zuiver kan zingen – het apparaat gebruikte: ze vond het wel leuk klinken. Wereldwijd zijn artiesten verslingerd geraakt aan de autotune, zelfs een zanger als John Mayer ging overstag. Hij beschrijft het effect als instrument om de achtergrondzang in de single New Light, die hij zelf verzorgde, beter in de mix te plaatsen. Op die manier is het voor de luisteraar duidelijk wat de eerste en wat de tweede stem is. Ook rapper Dave Budha ziet de autotune meer als instrument

Jong en modern overkomen

Het is logisch dat autotune discussie en weerstand oplevert. Buiten het feit dat het apparaat beperkte zangkwaliteiten maskeert en dus de associatie oproept met de schilderpakketten van Ravensburger in de jaren ’80 (‘je hoeft alleen de vakjes in te kleuren, zo kan iedereen een schilderij maken!’), wordt het door veel muziekliefhebbers als onnodig en vooral lelijk ervaren. Want het is niet goed meer te horen of iemand eigenlijk goed kan zingen of niet. En als iemand wel goed kan zingen, waarom zou je er dan zo’n lelijk effect overheen gooien? Wat is er mis met je natuurlijke stemgeluid? Je voelt hem aankomen, dit is een kanjer van een generatiekloof. Niet alleen autotune is een populair hulpmiddel of ‘instrument’, het hele muziek maken is veranderd. Alles kan gecorrigeerd worden in de studio. Een nummer foutloos van begin tot eind kunnen spelen is niet meer nodig. En zuiver zingen dus ook niet.